zondag 17 augustus 2014

Theo Thijssen – Kees de jongen (1923)



Augustus 2014 – waardering: 7,5.

Inleiding

Theodorus Johannes Thijssen (1879 – 1943) was schrijver, onderwijzer en socialistisch politicus. Als kind van een schoenmaker kende hij het Amsterdamse middenstandsmilieu rondom de eeuwwisseling uit eigen ervaring. De familie had het niet breed en Thijssen kon uiteindelijk na een zwaar toelatingsexamen met een rijksbeurs naar de Rijkskweekschool voor onderwijzers. Als onderwijzer volgde hij het nieuwe inzicht om veel aandacht te geven aan de individuele leerling, maar daarnaast de klas als een sociale eenheid te behandelen. De vroegere Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur (de P.C. Hooftprijs voor kinderboeken) heet sinds 1988 de Theo Thijssenprijs. In zijn geboortehuis aan de Eerste Leliedwarsstraat 16 werd in 1995 door de jonge Stichting Theo Thijssen het Theo Thijssen Museum (KLIK HIER) geopend. De stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) zette in 2007 Thijssens roman "De gelukkige klas" (KLIK HIER VOOR MIJN LEESVERSLAG) centraal in haar actie Nederland Leest (KLIK HIER) (bedoeld om de gedachtewisseling over gezamenlijk gelezen boeken te bevorderen). Meer over Theo Thijssen: KLIK HIER

Samenvatting

Kees is een Amsterdams jochie van 12/13 jaar. Hij zit in het laatste jaar van de lagere school. Hij heeft een jonger zusje en nog een klein broertje. Zijn ouders hebben een schoenwinkel in de Jordaan, ze wonen achter de winkel. Ze hebben het niet breed, de winkelverkoop loopt terug en als vader dan ook nog ziek wordt en sterft, kan zijn moeder maar moeilijk de eindjes aan elkaar knopen. Vlak voor zijn afsluitend schoolexamen verlaat hij de school om te gaan werken en zo het gezin van extra inkomsten te voorzien. 

Leeservaring 

Hoe simpel is het toch om een heel boek samen te vatten in een paar zinnen! En hoeveel gaat er daarbij dan wel niet verloren van het prachtig geschreven en boeiende verhaal!

Kees is een bijzondere jongen, daar is hij zelf van overtuigd en vanuit zijn perspectief bekeken, kunnen we daarin meegaan. De titel is niet voor niets: Kees DE jongen! Hij heeft een rijke fantasie en weet voor elke situatie alternatieven te bedenken. “Wat als…. Dan zou hij….. en dan zouden de mensen tegen elkaar zeggen: kijk daar gaat Kees, die toch maar mooi……” Voortdurend is hij bezig te bedenken wat anderen zullen vinden of denken en hoe daar mee om te gaan. Voor elke te verwachten vernietigende opmerking over zijn kleding of andere tekenen van armoe heeft hij al bij voorbaat een antwoord klaar. Maar ondanks zijn fantasie, blijft hij realistisch en weet heel goed waar de grenzen liggen.

Maar zorgen en liefde voor zijn ouders maken hem vroeg volwassen. Hij wordt er niet in betrokken, maar trekt steeds vaker zijn eigen conclusies: over de terugloop van de winkelinkomsten, over de ziekte van zijn vader, over de ruzies om geleend geld met de grootouders, over de tegenslagen die zijn moeder ondervindt na de dood van haar man bij het verlaten van de winkel en het vinden van andere werkzaamheden.

Hij voelt zich niet serieus genomen, als hij er niet rechtstreeks bij betrokken wordt. En als zijn moeder dat tenslotte toch een beetje doet, hakt hij voor haar de knoop door: hoewel dat het ergste is dat haar kon overkomen, kiest Kees er toch voor om op een baantje af te gaan en haar over te halen hem van school te laten gaan. “Ik leer wel door in de avonduren, het komt wel goed, Moe!”

Opnieuw dus een sociaalhistorisch verhaal en een ontwikkelingsroman, ditmaal over een Amsterdams jochie. Een andere omgeving, een ander milieu, geen godsdienst, minder armoe, maar toch zijn er overeenkomsten. Zowel Anne de Vries als Theo Thijssen zijn er goed in geslaagd ons door kinderogen te laten kijken. En dan zien we hoe de wereld van de volwassenen, ook als die dat niet zo bedoelen of zouden willen, een stempel drukt op kinderen. Hoe ze vroeg wijs worden, hoe onveilig ze zich voelen als ze dingen niet begrijpen, maar wel vermoedens hebben. Maar waar Kees kon steunen op de liefde van beide ouders (tot zijn vader overleed), verloor Bartje eerst de kameraadschap van zijn vader en stierf zijn moeder, nadat hij net een liefdevolle vertrouwensband met haar had opgebouwd.
Beide boeken hebben veel succes gehad en worden nog steeds gelezen en aangehaald. Ze zijn ook zo invoelbaar en dat komt misschien wel omdat beide schrijvers er veel autobiografische feiten in hebben verwerkt. Het boekje dat hierboven aangehaald werd “De gelukkig klas” past ook in dat perspectief.

Veel andere auteurs hebben een zwak voor Kees de Jongen. Ze gebruiken hem  graag in hun eigen boeken. Remco Campert b.v. laat in zijn boek Het leven is vurrukkulluk (1961) Kees, inmiddels verworden tot een haveloze grijsaard, nog eenmaal diens jeugdliefde Rosa Overbeek (inmiddels 'juffrouw van de retirade' in het Vondelpark) ontmoeten. Net als Bartje heeft ook Kees een eigen Wikipedia pagina: KLIK HIER 

Ik heb het expres niet over de Zwembadpas gehad, het woord waarmee deze klassieker vaak aangehaald wordt, maar die niet de kern van dit boek raakt. En ook niet over de (totaal mislukte) film Kees de Jongen (2003) die nog niet in de buurt kon komen van de echte Kees. Beide doen hem tekort.

De volheid van zijn karakter en de kinderlijkheid die langzaam verandert in jong volwassenheid worden zo prachtig zichtbaar gemaakt in dit boek: je gaat van hem houden en je weet: die jongen komt er wel, houdt hem maar in de gaten, die Kees! 

Theo Thijssen – Kees de jongen. Houten, Agathon, 1989. Paperback, 29ste dr. 338 pg. (Oorspr. dr. 1923). ISBN: 90-269-5616-9. 

© JannieTr, 17 augustus 2014.

 Ik las dit boek als 13/20 voor de Ik lees Nederlands uitdaging 2014 . En als het derde boek voor: Augustus is klassieke literatuurmaand bij Sandra

1 opmerking: