zaterdag 10 januari 2015

Esther Gerritsen - Roxy

Rouwen is een machteloze worsteling die voor elk mens en in elke situatie anders ervaren en aangegaan zal worden. Een uniek proces, waar geen regels voor gelden. Esther Gerritsen heeft dat perfect aangevoeld en is er in geslaagd dat op een overrompelende en overtuigende manier onder woorden te brengen. Roxy is een meisje geworden van vlees en bloed dat je het liefst in je armen zou willen nemen om haar te troosten en gerust te stellen. Waarvan ik na twee keer lezen nog geen afscheid kon nemen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt, maar het schuurt dat je daar geen invloed op hebt na de laatste woorden.....

Samenvatting

Op een avond staan er twee agenten voor de deur. Ze komen Roxy vertellen dat haar man verongelukt is. Zijn auto is aangereden op de vluchtstrook. En alsof dat nog niet erg genoeg is, wordt hij naakt aangetroffen samen met een vriendin. Haar wereld stort in, maar Roxy houdt zich sterk. Ze wil niet dat haar dochtertje Louise de dupe wordt en beschermt haar kind tot het uiterste. Ondertussen raast de woede door haar hoofd. Roxy is een vulkaan die op uitbarsten staat (Flaptekst De Geus).

Leeservaring

Volgens de psychologie van de rouwverwerking zijn er een vijftal fasen te herkennen in de verwerking van rouw. Maar in hoeverre iemand die allemaal doorloopt en welke de overhand hebben en hoe iemand er tenslotte uitkomt (of niet) is puur persoonlijk en hangt van nog veel meer factoren af. Zoals de omstandigheden rond het overlijden, de relatie met de persoon om wie het gaat, de persoonlijkheid en achtergrond van de rouwende zelf en het sociale netwerk. Als we het leven van Roxy bekijken ziet het er allemaal niet erg hoopvol voor haar uit. Naast rouw speelt het thema vluchten een belangrijk rol.

Het verhaal wordt chronologisch verteld en begint bij het moment waarop de agenten aanbellen en haar het nieuws vertellen. Via flashbacks komen we meer te weten over haar achtergrond. Op haar 17de is ze het huis uit gevlucht (een meestal dronken moeder en een vader die vrachtwagenchauffeur was en nooit thuis) en ingetrokken bij de 30 jaar oudere Arthur, filmproducent. Ze hebben samen een dochtertje, Louise, nu 3 jaar, en ze waren 10 jaar bij elkaar. De diepte van hun relatie wordt niet helemaal duidelijk. Blijkbaar heeft Arthur haar als een kind beschermd en alle beslissingen genomen. Zijn assistente Jane (ook van middelbare leeftijd) neemt na de dood van Arthur die rol over, wat Roxy in een dronken bui de woorden ontlokt: Arthur en Jane zijn mijn vader en moeder en Louise is mijn pop. Want Arthur heeft ook voor een oppas voor Louise gezorgd: de jonge studente Feike. Hij liet merken er niet helemaal op te vertrouwen dat Roxy de zorg voor het kind aan kan.

De schok van zijn dood en de paniek hoe nou verder (dit was niet de afspraak, Arthur zou voor haar zorgen) wordt na enkele dagen verhevigd doordat blijkt dat hij niet alleen in de auto zat en dat hij een verhouding had met een stagiaire. Van alles roert zich van binnen, maar Roxy weet er niet mee om te gaan, kan het niet uiten. Woede en schaamte, ontkenning, depressieve gevoelens, opstandigheid, het zoeken naar verdoving in alcohol en mannen: het is een chaos in haar hoofd. Maar ook het gevoel: ik moet sterk zijn voor mijn kind. En de wanhoop niet te weten hoe.

Gelukkig blijkt Jane gaarne bereid alle praktische zaken te regelen. En Feike ontfermt zich zoveel mogelijk over Louise. Vlak voor de begrafenis staan ook haar ouders ineens op de stoep en daarna blijven ze. Het begint Roxy allemaal te benauwen. Al snel is de sfeer vergelijkbaar met toen ze nog thuis woonde. Jane dringt erop aan ze aandacht heeft voor de financiële zaken die geregeld moeten worden. Feike maakt haar verwijten dat ze haar kind niet goed opvoedt. En Roxy ziet nog maar één mogelijkheid om aan de verantwoordelijkheden te ontkomen en haar ouders opnieuw te ontvluchten: ze gaan op vakantie, er even tussen uit. Ze: dat zijn Feike, Jane, Louise en zij.

Maar natuurlijk helpt deze vlucht niet. En i.p.v. de gevoelens van rouw, verdriet en woede toe te laten en er over te praten ontkent Roxy ze en probeert ze te negeren. De sfeer wordt er onderling niet beter op. Tot een dramatische uitbarsting een nieuwe vlucht in gang zet. 

Het is onmogelijk de wurgende opbouw van het verhaal in enkele woorden te vangen. Je herkent wat er met Roxy gebeurt. Louise blijft vragen: "Waar is Papa? Wanneer komt hij terug? Ik mis hem." Ook al zegt iedereen, ook Roxy, steeds: "Hij is dood, hij komt niet meer terug". Maar Roxy begrijpt wel het steeds weer willen horen dat het zo is, omdat het zo ongelooflijk is. In haar hoofd is ze boos op Arthur en scheldt op hem, ze kan niet huilen zegt ze tegen Jane, die wel huilt. Maar ze moet wel huilen om de ouders van de stagiaire die hun enige dochter kwijt zijn. Er begint zich een depressie af te tekenen: ze drinkt teveel, laat zich met allerlei mannen in in de hoop iets te voelen, voelt nergens meer medelijden voor, terwijl ze vroeger zo gevoelig was. Steeds weer probeert ze op te komen voor haar kind, zegt tegen zichzelf dat ze sterk moet zijn voor haar, maar vraagt zich ook af of het kind niet beter af is met Feike. Ze houdt ontzettend veel van Louise en ziet haar als enige reden om nog voor te leven.

Als ze in een museum naar een schilderij kijken, breekt er iets. Plotseling ziet ze het ongeluk voor zich:

"Onverwacht komt Arthurs verwrongen lijf uit het autowrak tevoorschijn, het zachte vlees van zijn buik, billen, de magere benen. Heeft hij pijn gehad? Zeg dat hij geen pijn heeft gehad. Roxy voelt haar armen die hem willen oppakken, beschermen en troosten, maar hoe kan ze zijn lichaam in haar armen nemen als iemand anders hem al vast heeft? 
"Gaat het?" vraagt Feike."

Maar in plaats van te zeggen wat er in haar omgaat zegt ze: "Ik mis de Camaro" (haar auto, waar Arthur op het moment van het ongeluk in reed).
De sleutelpassage van de plot is die met de schapen die voor op het boek staan. Daar kan ik dus niet teveel over zeggen. Typerend is de opmerking:

"Als ze zich als kind verveelde op de lange zondagochtenden, haar moeder sliep nog, liep ze soms door de schapenwei van de buren. Het troostte haar hoe de schapen voor haar opzij gingen, een zeldzaam moment waarop de wereld zich aan haar aanpaste en niet andersom."

Esther Gerritsen schrijft in een stijl die ik zeer waardeer. Er wordt van de lezer meedenken, veronderstellen, begrijpen, invoelen verwacht. Daarom kan het zijn dat iedereen een eigen verklaring vindt voor de handelswijze van Roxy, zelfs voor de afloop van het verhaal. De droge dialogen, vaak kort door de bocht of verhullend wat echt bedoeld wordt, zijn geniaal. De gedoseerde humor in situaties en gesprekken maken dat het verhaal nergens melodramatisch wordt.


Dit is bij uitstek een leesclubboek! Kun je de gevoelens van rouw bij Roxy herkennen, kun je haar gedrag verklaren of is haar houding absurd? Is er een open einde of is duidelijk hoe het afloopt?

De discussietips van Boek-Delen vind je hier: Discussietips Roxy
Het Leesclubdossier van De Geus: KLIK HIER

Esther Gerritsen - Roxy. De Geus, 2014. Geb. als Colibri-boek, 285 pg. isbn: 978-94-6237-090-6.

Ik las dit boek als 3/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015(KLIK HIER).

© JannieTr, januari 2015.

4 opmerkingen:

  1. Lijkt me een heftig boek!
    P.S.: In de 2de paragraaf van je 'leeservaring' staat een foutje...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heftig maar prachtig! Kan het je van harte aanbevelen. En dank je wel voor de opmerkzaamheid! Is gewijzigd.

      Verwijderen
  2. Ik waardeer de schrijfstijl van Esther ook enorm! Vond het een prachtig boek! Ben naar een lezing van haar geweest en ze vertelde dat ze erg geïnteresseerd is in de Griekse mythologie. Ze verwerkt deze ook in haar boeken, dus zij is zeker een schrijfster met diepgang. Mooi geschreven recensie! Groetjes Désirée

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel voor je reactie. Hier en daar deed het idd wel denken aan een modern Grieks drama. Hier in de kast staat Imme Dros - Griekse mythen. Deels gelezen, het wordt dus tijd voor de rest ;-)

      Verwijderen